Wegspotters controleren ieder seizoen, dus minstens 4 keer per jaar de trage wegen die ze toegewezen kregen. Deze worden gekozen op basis van de woonplaats of plaatsen waar de vrijwilliger vaak komt. Hiervoor ontvang je een herinneringsmail.

De wegspotter doet melding van eventuele problemen die zich voordoen op de weg zoals over de weg gegroeide struiken of takken, diepe putten in de weg, losliggende stenen die een gevaar kunnen vormen, kapotte, onleesbare of verdwenen signalisatie, zwefvuil, etc. Indien er geen problemen zijn, geef je dit ook door aan de gemeente.

Indien gewenst, kan een vrijwilliger kleine ingrepen zelf doen. Denk hierbij aan zwerfvuil opruimen, bordjes schoonmaken een overhangende tak verwijderen.

In de Handleiding voor Wegspotters lees je alles wat je moet weten over het project om zelf aan de slag te gaan. De handleiding bevat ook een uitgebreide instructie voor het maken van meldingen en het gebruik van meldingsapplicatie Routechecker.